Final Results
Stand:
3.2. Splitsen in werkgroepen. Formuleren van te onderzoeken aspecten.
Drie werkgroepen.
Er zijn drie werkgroepen gestart, de naamgeving van de werkgroep was gekoppeld aan het onderzoeksthema.
De Motivatiewerkgroep (5 deelnemers) probeerde zicht te krijgen op de motieven en weerstanden, die een rol spelen bij de besluitvorming rond het laten aanpassen of verlaten van de woning.
Verder zou de werkgroep zoeken naar hulpmiddelen om de huidige en toekomstige woning te kunnen vergelijken.
Met vijf deelnemers was de werkgroep Motivatie groter dan de andere twee, omdat werd verwacht dat het onderzoek van het hoofdthema de meeste tijd zou vragen.
De Inventarisatiewerkgroep (3 deelnemers) richtte zich op een inventarisatie van de verschillende woon- en zorgmogelijkheden voor senioren en onderzocht ook of er voldoende zorg- en woonmogelijkheden in Arnhem zijn.
De Draagvlakwerkgroep (2 deelnemers) hield zich vooral bezig met het overheidsbeleid en het particuliere initiatief met betrekking tot senioren en wonen. Welke maatschappelijke organisaties zijn belangrijk? Wat zijn de politieke ontwikkelingen in de toekomst? Blijft de solidariteit in de Nederlandse wetgeving bestaan?
Groepen liever even groot?
Achteraf hebben wij de indruk dat de werkgroepen beter even groot hadden kunnen zijn.
Groepen van ongelijke grootte werken niet gelijk op, wat ongewenste reacties kan uitlokken.
3.3 Zoeken naar informatie. Zoeken naar structuur en samenhang.
Voor leken-onderzoekers is dit een enorm karwei.
Het is niet de vraag waar informatie te vinden is, maar eerder hoe te voorkomen dat je verdwaalt in de enorme hoeveelheid.
Een illustratie; De internetzoekmachine Google geeft voor de onderwerpen:
Senioren + Wonen 12.300 meldingen; Wonen + Zorg + Welzijn 15.500 meldingen en Ouderen + Wonen 23.700 meldingen. Het is natuurlijk ondoenlijk alle meldingen na te lopen.
Informatie via lezingen, literatuur en Internet.
Lezingencyclus.
Een algemene oriëntatie op het thema kregen de deelnemers door het bijwonen van een U3A-lezingencyclus waarin de problematiek van senioren en wonen werd belicht door een architect, een geriater, een gerontoloog en een directeur van een woonzorg-centrum.
Zorg volgt geld en niet andersom.
Het geld voor de zorg wordt nog verdeeld over intramurale of extramurale
zorgorganisaties op basis van behoefteberekeningen door beleidsmakers.
De zorgplanning zou veel meer moeten uitgaan van de werkelijke behoeften van senioren,
die vragen om een veel gedifferentieerder aanbod zoals die nu voorhanden is.
Fig. 5. Boeken en rapporten.
|