_
  [ZAWiW] [gemeinsamlernen] [LiLL]
_ _ _
  Dreieck nach obenGemeinsamLernen  
_ _ _
  Dreieck nach obenSelf-organised Learning Groups in Europe
_ _
  Dreieck nach obenExperience Reports
_ _ _
    _Arnhem Group  
_ _ _ _
_
_ < Page 5 of 10 >
_
_ home
_ _
_ _
_ _
_ _ Doke Doude van Troostwijk
_ _
_ _ Hannie Pelleboer-Beuker
_ _
_ _
_ _
_ _ Zelfstudiegroep in een niet-universitair instituut
_ _
_ Concluding Report
_ _
_ _
_ _

Concluding Report

Stand:


A.6.2 Aandacht voor informatieoverdracht in een gelaagde organisatiestructuur.

Leermoment 7: Informatieoverdracht in een gelaagde structuur vraagt extra zorg.
Een belangrijk leerpunt is de informatieoverdracht in een gelaagde structuur.

In dit SoLiLL-project kan men als lagen benoemen; de eerste laag van de centrale projectcoördinator het ZAWiW in Ulm, de tweede laag van de locale organisatie inclusief de projectcoördinator en de derde laag de laag van de deelnemers. Het vraagt veel aandacht en tijd om het gedachtegoed wat centraal al aanwezig is met betrekking tot bijvoorbeeld de projectdoelen en de theorie van Learning through Research in de deelnemerslaag op een adequaat niveau te krijgen.

Er in het begin volop informatie gegeven, maar het is niet blijven hangen, omdat het nog geen “landingsbaan” had.
Een heel duidelijk voorbeeld is de methodiek van de zelfstudiegroep. Pas langzamerhand werden de consequenties van deze methodiek duidelijk, wat in onze zelfstudiegroep werd ervaren als een spanningsveld tussen autonomie en structurering.
Als men de deelnemers onvoorbereid de processen autonoom laat bepalen, dreigt het gevaar van verwaarlozing. Deelnemers voelen zich dan aan hun lot overgelaten en er ontstaat mogelijk een sfeer van: “We moeten het steeds zelf maar uitzoeken”. Deelnemers zijn immers vaak een structurerende begeleiding gewend.
De filosofie van een zelfstudiegroep moet dus goed duidelijk gemaakt worden. Dan weten de deelnemers wat ze wel of niet van de coördinator kunnen verwachten. En kunnen ze zich beter instellen op hun eigen taken en verantwoordelijkheden in deze nieuwe educatievorm.

Wij hebben ook besloten dat juist vanwege die vertaling van deskundigeninformatie naar deelnemers- informatie, de huidige deelnemers zullen worden betrokken in de voorlichting van de deelnemers van een volgend project.



A.7 Een stukje evaluatie.



Tijdens het proces is er continu sprake van evalueren. Toch zijn er een aantal gerichte evaluatiemomenten geweest.
Bij de eerste evaluatie in april 2001 waren de vragen vooral gericht op de communicatie.
Hoe ervaren de deelnemers de communicatie tussen de leden van de zelfstudiegroep, met de projectleider en met de studenten uit de ander landen.

Bijzonder is dat sommige deelnemers hier al duidelijk spreken over de verantwoordelijkheden van deelnemers die passen bij de zelfstudiefilosofie, terwijl anderen nog behoefte hebben aan een leider oude stijl die verantwoordelijkheid neemt en knopen doorhakt.
Er bestond zoals verwacht in dit nieuwe project onduidelijkheid over de verdeling van de taken en verantwoordelijkheden van projectleider en deelnemers.
Problemen had men verder met het overzichtelijk houden van de enorme hoeveelheden informatie.
Voor ons leverde dit de volgende leerpunten op:


Leermoment 8: Zorg voor optimale transparantie van het project.
Geef deelnemers optimaal zicht op de bepalende elementen van het project.
Verantwoordelijkheden, verwachtingen, financiën, beleid.
Juist dit inzicht verhoogt de betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid en werkt sterk motiverend.

Leermoment 9: Zorg voor een centrale plek voor de verzamelde informatie.
Het gevaar van overinformatie is bekend. Dat geldt zowel voor de thematische als organisatorische informatie.
Het kost veel tijd om de informatie voortdurend overzichtelijk te houden en het overzicht te bewaren.
Achteraf gezien had een website uitstekend kunnen dienen als centrale informatieplek, alleen hebben wij die mogelijkheid in het begin van het project niet benut.

Leermoment 10: Na informatiefase dreigt een terugval.
Na de fase waarin deelnemers zeer gemotiveerd zoeken naar nieuwe informatie dreigt het gevaar van een terugval.

Enkele redenen daarvoor kunnen zijn:
De lekenonderzoeker loopt steeds het gevaar dat er af en toe een document boven water komt waarin de tevoren met moeite verzamelde informatie al fraai gebundeld beschreven staat.
De deelnemers kunnen onderling van mening verschillen over hoelang doorgezocht moet worden naar nieuwe informatie. En hoe bepaalt de groep dat er genoeg materiaal is?
Na de verzamelfase komt de overgang naar ordening en bewerken wat een moeilijke fase is.
Het kan frustrerend zijn als het de groep een lange tijd nodig heeft om een gezamenlijke richting te kiezen.



A.8 Andere scholing.


A.8.1 ICT-Cursussen.

De deelnemers werden ondermeer geschoold in het ontvangen en verzenden van e-mail, zoeken op Internet. Later volgde een cursus in het maken van een PowerPoint presentatie en volgde een demonstratie en oefening met de beamer, waarbij ook de presentatie-elementen aan bod kwamen. Andere bijeenkomsten op het gebied van computerscholing gingen over preventie en behandeling van computervirussen. Dit laatste was heel belangrijk omdat meer dan de helft van de deelnemers in november en december 2001 geplaagd werd door een computervirus .

Een belangrijke ontwikkeling was ook de onderlinge persoonlijke hulp. Waar nodig werd de computerkennis van de meer ervaren deelnemers ingezet om de minder ervaren deelnemers hulp te bieden. Soms telefonisch en zo nodig ook aan huis.