_
  [ZAWiW] [gemeinsamlernen] [LiLL]
_ _ _
  Dreieck nach obenGemeinsamLernen  
_ _ _
  Dreieck nach obenSelf-organised Learning Groups in Europe
_ _
  Dreieck nach obenExperience Reports
_ _ _
    _Arnhem Group  
_ _ _ _
_
_ < Page 7 of 10 >
_
_ home
_ _
_ _
_ _
_ _ Doke Doude van Troostwijk
_ _
_ _ Hannie Pelleboer-Beuker
_ _
_ _
_ _
_ _ Zelfstudiegroep in een niet-universitair instituut
_ _
_ Concluding Report
_ _
_ _
_ _

Concluding Report

Stand:


B. Internationaal proces.


B.1 De SoLiLL-doelen.


B.1.1 De vier SoLiLL-doelen.

De vier belangrijke SoLiLL-doelen waren:
    1. Vergelijken van het werken in zelfstudiegroepen onder de verschillende nationale omstandigheden.
    2. Beoordelen of de nieuwe informatietechnologie bijdraagt aan de grensoverschrijdende samenwerking.
    3. Uitwerking testen van mediale presentatie ter overbrugging van de taalbarrières.
    4. Vastleggen van een procesgeoriënteerde totaalvoorstelling.
Materiaalpakket met informatie over:
    1. De benodigde institutionele structuur.
    2. Technische structuur
    3. Trainingsmethode voor omgang met ICT/presentatie.
    4. Werven van deelnemers.



B.1.2 Ruimte voor SoLiLL-doelen beperkt.

Verschillende redenen zijn al genoemd waardoor in Arnhem al heel vroeg in het project de nadruk op het thematisch onderzoek Senioren en Wonen is komen te liggen.
Het kostte ons daarna erg veel moeite om de verschillende SoLiLL-doelen recht te doen.



B.2 Spanningsveld tussen SoLiLL-doelen en de basale voorwaarden voor de zelfstudiegroep.


B.2.1 Druk vanuit het SoLiLL-programma.

Er ontstond druk doordat het SoLiLL-programma voorschreef dat in november 2001 het onderzoek moest zijn afgerond. Bovendien diende mediaal gerapporteerd te worden.
Terwijl het eigen onderzoek net op gang kwam, keken de deelnemers al tegen deze deadline aan. Mede doordat de deelnemers geen goed idee hadden van de invulling van het begrip mediale presentatie, veroorzaakte deze “onbekende taak” op de achtergrond veel druk.
De druk om het onderzoek in november af te ronden en te presenteren bleek zelfs een zodanig knelpunt dat in augustus 2001 verschillende deelnemers aangaven te zullen afhaken als het programma, en de daarmee samenhangende weklast, niet zou worden aangepast.
Een heel belangrijk motief van de deelnemers was immers de wens om het eigen onderzoek op een goede manier te realiseren.
Een tweede en niet minder belangrijke aspect was dat bij een te zwaar takenpakket het welzijn van de deelnemers in het gedrang kwam en dat werd als onaanvaardbaar beschouwd.

Er moet I worden voldaan aan de twee belangrijkste voorwaarden voor het functioneren van een zelfstudiegroep; de sociale coherentie, het gevoel bij de studiegroep te horen en de inherente motivatie, het betrokken voelen bij het onderwerp


B.2.2 Het SoLiLL-project is vooral een deelnemersproject.

De Arnhemse interpretatie van de zelfstudiegroep is geweest, dat de deelnemers het SoLiLL-project moesten dragen.
Zij waren de mensen die het materiaal moesten aanleveren voor de thematische uitwerking. En de ervaringen van de deelnemers bepaalden de gegevens waarmee antwoord gegeven kon worden op de vragen in de SoLiLL-doelen.
De organisatie moest faciliteren, de voorwaarden creëren dat de zelfstudiegroep zich zo goed mogelijk kon richten op met het project.
Omdat het project voor onze organisatie en deelnemersgroep volledig nieuw was, was er wel steeds het spanningsveld; “Wat verwacht men van de Arnhemse zelfstudiegroep in dit SoLiLL-project?” en “Wat kunnen wij waarmaken met deze deelnemersgroep?”
Door de late toekenning van de Europese subsidie was het programma sterk gecomprimeerd, wat de druk op de deelnemers versterkte.



B.3 Een principiële keuze.


Wij hebben in de Arnhemse situatie gekozen voor een aanpak waarbij de primaire voorwaarden voor de deelnemers voorrang hadden boven de eisen van het gecomprimeerde SoLiLL-programma.
De zelfstudiegroep is immers de basis, waarop andere SoLiLL-doelen zijn geformuleerd.
We hebben vooral ingezet op de basisvoorwaarden van de zelfstudiegroep.
Duidelijk werd voor ons het volgende leermoment:


Leermoment 12: Een gecomprimeerd programma zet de zelfstudiefilosofie onder druk.
De zelfstudiemethodiek vraagt een behoorlijke tijd om te oriënteren en te ontdekken. Ook is er tijd nodig voor de basale groepsvorming. Als die tijd er niet is zal dat kunnen leiden tot aantasting van die basale elementen van de zelfstudiemethodiek. Autonomie en zelfontplooiing komen dan onder druk van het gewenste programmaresultaat.