_
  [ZAWiW] [gemeinsamlernen] [LiLL]
_ _ _
  Dreieck nach obenGemeinsamLernen  
_ _ _
  Dreieck nach obenSelf-organised Learning Groups in Europe
_ _
  Dreieck nach obenExperience Reports
_ _ _
    _Arnhem Group  
_ _ _ _
_
_ < Page 4 of 10 >
_
_ home
_ _
_ _
_ _
_ _ Doke Doude van Troostwijk
_ _
_ _ Hannie Pelleboer-Beuker
_ _
_ _
_ _
_ _ Zelfstudiegroep in een niet-universitair instituut
_ _
_ Concluding Report
_ _
_ _
_ _

Concluding Report

Stand:


Leermoment 2: Verantwoordelijkheid voor elkaar.
Maak de groepen bewust van de verantwoordelijkheid voor elkaar.
De groepen dienen ook naar de andere groepen te kijken, onderling contact te houden en zo nodige samen naar oplossingen van problemen van de andere werkgroepen te zoeken.

Belangrijk is dat deelnemers begrip opbrengen voor individuele en groepsverschillen.
Persoons- en groepskenmerken bepalen hoe de aanpak van de taken zal zijn. Daarin kunnen duidelijke verschillen te zien zijn. Het gaat er niet om die verschillen te accentueren of daar een prestatiecijfer aan te verbinden, maar om het accepteren van die verschillen.
Ook is het denkbaar dat de verschillende werkgroepen een verschil in taakopvatting ontwikkelen. De gemeenschappelijke afstemming is dan de verantwoordelijkheid van alle groepen.



A.5.2 Bijeenkomsten met de hele groep.

Leermoment 3: Gezamenlijke bijeenkomsten nodig.
Iedere 2 tot 3 weken werd een gezamenlijke bijeenkomst georganiseerd.

Op deze manier kon een goede wisselwerking tussen de groepen mogelijk worden gemaakt.
Tijdens deze bijeenkomsten kon de projectcoördinator doorvragen naar de ontwikkelingen.
Hoewel de afspraak was dat van iedere werkgroep tenminste de groepsvertegenwoordiger zou verschijnen, waren meestal alle iedere deelnemers aanwezig. Zo kregen de bijeenkomsten ook een belangrijke rol voor de groepswerking.
Inmiddels zijn er 32 groepsbijeenkomsten van gemiddeld 2½ uur geweest.
Het aantal werkgroepbijeenkomsten ligt tussen de 45 en 50.


A.5.3 Andere werkgroepen.

Naast de thematische werkgroepen zijn in de loop der tijd ook allerlei andere werkgroepen ingesteld zoals een evaluatiewerkgroep, een redactiewerkgroep en een lezingwerkgroep.
De Evaluatiewerkgroep was verantwoordelijk voor het opzetten en uitvoeren van de evaluaties.
De Redactiewerkgroep had de coördinatie van de rapportage van het onderzoek.
De Lezingwerkgroep verzorgde de inhoud en presentatie van een lezing over ons onderzoek voor de U3A/Volksuniversiteit Arnhem.


A.5.4 Kun je iedereen op de hoogte houden?

Leermoment 4: Zonder e-mail gaat het eigenlijk niet.
E-mail heeft een zeer belangrijke plaatst gekregen op lokaal niveau. Alle aankondigingen en verslagen van de grote groepsbijeenkomsten werden per e-mail verstuurd.

De werkgroepen rapporteerden per e-mail van hun werkzaamheden. Interessante literatuur werd zo verspreid. De schatting is dat binnen de Arnhemse groep ruim 200 documenten als bijlage per e-mail zijn verzonden.



A.6 Een brede aanpak is gewenst.


Om een onderzoek op te zetten is een goede opzet nodig. Door de compleet verschillende achtergronden van de deelnemers is er niet direct sprake van een gezamenlijk onderzoeksplan. Ieder zal de aanpak beginnen op basis van zijn eigen ervaringen, maar het thema is vreemd en zal eerst uitvoerig geëxploreerd moeten worden.


A.6.1 Het opstellen van een onderzoeksplan en andere scholing.

Alle bezigheden waren in het begin gericht op informatie verzamelen. Boeken lezen, op Internetsites zoeken en deskundigen interviewen.
Het heeft toch nog lang geduurd voordat er een gezamenlijk onderzoeksplan lag. Een minder gestructureerde thematische aanpak in het begin heeft ook zijn voordelen. Het project blijft dan erg flexibel en wijzigingen kunnen gemakkelijker worden doorgevoerd. Anderzijds blijven wel onduidelijkheden over uitwerking, tijdpad en te bereiken doelen lang aanwezig en deze aspecten vragen dan in de latere fasen van het project vaker tijd en energie.


Leermoment 5: Start niet onmiddellijk met het thematische onderzoek.
Het is aan te bevelen om in het begin van het project niet meteen thematisch van start te gaan, maar eerst voldoende aandacht te besteden aan het opzetten van een onderzoeksplan, waarin de deelnemers met hun verschillende achtergronden zich kunnen vinden.

Leermoment 6: Reserveer ook ruimte voor extra scholing.
Een ander leermoment is dat de deelnemers het thematisch gebied eerst uitgebreid moeten exploreren om te ontdekken wat er zoal te ontdekken valt en dat kost heel veel tijd. Als alle energie op het thematisch onderzoek wordt gericht komt elke andere scholing, welke niet bij het primaire thematische deelnemerdoel ligt in de verdrukking.


Mogelijke voorbeelden van extra gewenste scholing zijn:
    1. Studie over het onderzoeksplan,
    2. De theorie van en de consequenties voor de groepsprocessen van Learning through Research in een zelfstudiegroep,
    3. Computerscholing, bijvoorbeeld: werken met Internet, opzetten en beheer van een homepage.
    4. Omgaan met informatiestromen.
    5. In dit specifieke project was ook de aandacht voor de SoLiLL-projectdoelen een belangrijk aandachtspunt.


Het is ons achteraf duidelijk geworden dat in de beginfase van het project sommige elementen niet die aandacht hebben gekregen, die voor de voortgang van het project gewenst of noodzakelijk waren.
Dat heeft te maken met het experimentele karakter van dit project, het was voor ons een primeur. Maar het kostte ons ook veel tijd om vertrouwd raken met de aangeboden informatie over allerlei aspecten van dit internationale project.